Beschermingsaanvraag Militair Hospitaal in de Peterseliestraat
(13-07-2009)
Het voormalige militair ziekenhuis werd gebouwd op een braakliggend terrein, in de onmiddellijke omgeving van de grote tuinen van het Engels klooster en het Groot-seminarie en wordt begrensd door Snaggaardstraat, Peterseliestraat , Hemelrijk en Oliebaan. Oorspronkelijk een moestuin met een oppervlakte van 84a, was de eigendom in de jaren 1860 in het bezit van John Sutton (1820-1873) en werd door hem geruild met het aan de Staat toebehorende voormalige karmelietessenklooster van Sion aan de Vlamingdam, toen als militair ziekenhuis gebruikt, waar hij een Engels-Belgisch seminarie wilde uitbouwen.
Na de ruil in 1868, werd tussen 1869 en 1872 een militair ziekenhuis gebouwd, naar het ontwerp van de belangrijke Brugs-Kortrijks-Brusselse architect Hendrik Beyaert (1823-1894). De ontwerpplannen zijn bewaard.
Het in baksteen opgetrokken en volledig ommuurde militaire hospitaal is van het zogenaamde paviljoentype, typisch voor de hospitaalarchitectuur uit die tijd.
Het gebouw is op een U-vormig grondplan gebouwd. Het hoofdgebouw is voorzien van een volledige kelderverdieping. Vooraan vervangt een tuin het oorspronkelijke voorplein. De bakstenen gevels (ook deze aan de binnenplaats) zijn zorgvuldig afgewerkt en met natuurstenen elementen geaccentueerd.
Dit ziekenhuis met een capaciteit van 144 bedden had op twee niveaus ziekenzalen voor soldaten en in de hoofdvleugel kamers voor officieren en onderofficieren. De hoofdtoegang, centraal in de voorgevel, sluit aan op een hal en trappenzaal. Aan de zijtoegang vindt men de conciërgeloge, de kolenopslagplaats, het dodenhuisje, de dissectiekamer en de linnenkamer. Op de benedenverdieping was er vooraan de kapel en refter, de keuken, de apotheek, het woonkwartier van de directeur, wachtlokalen en de keuken. In de centrale aanbouw met de trap waren er baden en kleedkamers. Op de verdieping situeerden zich de afzonderlijke ziekenkamers en ook de artsen en de apothekers hadden een eigen ruimte. Links van het hoofdgebouw was er een woning voor getrouwde ziekenverzorgers. Hendrik Beyaert ontwierp ook de tuin, een typische siertuin met gescheiden delen voor soldaten en officieren. De hospitaalzusters die er werkten woonden in een huis op^de hoek van de Peterseliestraat en de Snaggaardstraat).
In 1937-1938 werd het gebouw uitgebreid door het met een verdieping te verhogen. Dit gebeurde met respect voor het bestaande gebouw. Het toen gecreëerde platte dak deed dienst als solarium.
In 1974 werd het oorlogsgedenkteken ‘Remember’ (uit 1923) van de voormalige Rademakerskazerne naar hier overgebracht en opgesteld op de binnenkoer.
Kort na W.O. II verloor het gebouw zijn initiële functie als ziekenhuis en vonden administratieve eenheden van het leger er onderdak. Vanaf 1974 was dat de 5de Regionale Directie der Militaire Bouwwerken. Het ganse gebouw werd toen gerenoveerd en een tweede nog belangrijker renovatie volgde in 2000. Na de verhuis van deze diensten in de loop van 2009 zal het gebouw leeg staan en zonder bestemming blijven.
De eigendom is omringd door een blinde muur die harmoniseert met de opmerkelijke straten die Hemelrijk en Oliebaan zijn en waar gelukkig een bescherming op rust.
Bibliografie
J. VICTOIR & J. VANDERPERREN, Henri Beyaert. Du classicisme à l’Art Nouveau, Sint-Martens-Latem, 1992, p. 158-159.
Roger BRUYNSERAEDE & Roger PHILIBERT, Krijgstgasthuizen te Brugge, in: Brugge garnizoenstad, Beernem, 2008, p. 133-145.
Brigitte BEERNAERT, Brochure Open-monumentendag 2009 (in voorbereiding).